UU: 'Minder criminaliteit in wereldsteden door lockdowns'

© Michiel van Beers
UTRECHT - De criminaliteit in steden wereldwijd is gedaald tijdens de eerste lockdowns. Dat concluderen wetenschappers van de universiteiten in Utrecht en Cambridge in een onderzoek. Alle vormen van criminaliteit daalden. Moord nam het minst af.
Een onderzoeksteam onder leiding van wetenschappers van beide universiteiten heeft in 27 steden wereldwijd, waaronder Amsterdam, Barcelona, Chicago, Sao Paolo en Tel Aviv, onderzocht hoe het aantal misdrijven zich heeft ontwikkeld voor, tijdens en na de coronabeperkingen. De bevindingen zijn 2 juni verschenen in Nature Human Behaviour.

Vergelijken

Sociologe Amy Nivette van de Universiteit Utrecht: "Uit de cijfers blijkt dat er gedurende de lockdown in de steden minder criminaliteit plaatsvond. Maar er waren aanzienlijke verschillen tussen de steden én tussen de verschillende soorten criminaliteit." De steden waarvan de criminaliteitscijfers zijn geanalyseerd, liggen vooral in Europa (van Amsterdam tot Zürich) en in Noord- en Zuid-Amerika (Chicago en Rio de Janeiro bijvoorbeeld).
"Door de grote verscheidenheid aan steden, en de uiteenlopende maatregelen die per land werden ingevoerd om de verspreiding van COVID-19 in te dammen, is vergelijken niet altijd even eenvoudig. Zo gaan we uit van meldingen die bij de politie zijn gedaan. Maar criminaliteit wordt niet in elke stad even gemakkelijk aan de politie gemeld, om maar iets te noemen. Toch kunnen we uit de analyse verschillende conclusies trekken. Een daarvan: hoe groter de mobiliteitsbeperking in de publieke ruimte, hoe harder de criminaliteitscijfers daalden."
"Geen dronkaards die zich na de kroeg of de bar op straat verspreiden. Geen dagen die doorgebracht worden in winkels, cafés, op het racecircuit of bij voetbalwedstrijden', legt geweldsonderzoeker Manuel Eisner van Cambridge University uit. "Sommige steden hadden zelfs een avondklok. De mogelijkheden die stedelijke criminaliteit aanmoedigen zijn verstikt."

Zes vormen van criminaliteit

In de studie is gekeken naar zes vormen van criminaliteit: mishandeling, diefstal, inbraak, beroving, autodiefstal en moord. De onderzoekers zagen dat in alle steden de plotselinge verminderde stedelijke activiteit vergelijkbare effecten had op de zes vormen van criminaliteit.
Nivette: "De gemiddelde daling was het grootst voor beroving en diefstal, die namen respectievelijk met 46 procent en 47 procent af. Daarna kwam autodiefstal (-39 procent), mishandeling (-35 procent) en inbraak (-28 procent). We zien dus de grootste effecten bij misdrijven waarbij daders en geschikte slachtoffers of doelwitten in de openbare ruimte samenkomen."
De gemiddelde daling was het kleinst voor moord: daar zag Nivette een daling van 14 procent. De Utrechtse onderzoeker draagt een paar factoren aan voor deze geringe daling. "In veel samenlevingen wordt een aanzienlijk deel van de moorden in huiselijke kring gepleegd. Beperkingen van mobiliteit in de stad hebben dus geen effect op moord binnen huishoudens. Daarnaast is de georganiseerde misdaad, denk aan drugsbendes, verantwoordelijk voor een variërend deel van de moorden. Het gedrag van deze bendeleden is allicht minder gevoelig voor de veranderingen die een lockdown afdwingen. Dat was ook te zien aan de cijfers in bijvoorbeeld Mexico City: de gewone misdrijven namen daar wel af, maar de misdrijven die in verband worden gebracht met de georganiseerde misdaad (moord, afpersing, ontvoeringen) daalden niet."