11 en 7 jaar cel voor mislukte liquidatie De Meern

DE MEERN - De Utrechters Wilco B. en Henry J. moeten respectievelijk elf en zeven jaar de gevangenis in voor de mislukte liquidatie in De Meern op 27 juni vorig jaar. Dat heeft de rechtbank dinsdag bepaald.
De eis was veertien jaar cel, maar de rechter acht bij J. (34) alleen poging tot doodslag bewezen. Hij reed de vluchtauto waarmee het slachtoffer ook werd klemgereden. In het geval van schutter B. (50) is er wel genoeg bewijs voor poging tot moord, stelt de rechter. De celstraffen zijn met aftrek van voorarrest. Ook moeten de mannen een schadevergoeding van 22.609 euro betalen aan de benadeelde partij.
Doelwit van de mislukte liquidatie was de 69-jarige Wout Sabee Hij werd op klaarlichte dag achtervolgd en bij zijn woning in de Ten Veldestraat klemgereden. Meteen daarop werd zijn auto doorzeefd met een automatisch vuurwapen. Sabee zelf werd vier keer geraakt. Hij had letsel aan zijn borstkas, hals, rechterarm, buik en linkerarm. Bijna twee weken na de aanslag ontwaakte hij uit een zware narcose.

AANRIJDEN

Ondanks de kogelregen zag Sabee kans om de schietende B. uit Utrecht aan te rijden. Die liep hierdoor zwaar letsel op aan zijn benen. Nog altijd zit de man in een rolstoel. Verdachte J., alias 'De Bolle', trok B. vervolgens de vluchtauto in, een donkergrijze BMW.

LILLE

Op de avond van diezelfde dag werd B. zwaargewond aangetroffen in Frankrijk en overgebracht naar het ziekenhuis in Lille. Hij had diverse fracturen. Eenmaal bijgekomen beriep hij zich op zijn zwijgrecht, op de zitting verklaarde hij zich niets meer van die dag te kunnen herinneren.

MOEDER

Op de plaats delict zijn autosleutels gevonden die leiden naar de auto van de moeder van J., bijgenaamd 'De Bolle'. De moeder verklaarde dat haar zoon had gezegd betrokken te zijn bij de poging tot liquidatie en dat hij vertrokken was. Zichzelf aangeven zou te gevaarlijk zijn. Op 28 juni dit jaar werd J. in Spanje aangehouden na diverse oproepen in Bureau Hengeveld op RTV Utrecht.

BEWIJS

Op de zitting van twee weken geleden zette de officier van justitie uiteen dat er voldoende bewijs is voor poging moord en dat de beide verdachten zich hieraan schuldig hebben gemaakt. Zo zijn er de verklaringen, onder anderen van de moeder van J., tapgesprekken van de vrouw van de andere verdachte en DNA-sporen op de aangetroffen sleutel. B. heeft volgens de rechtbank met voorbedachte raad gehandeld. Bij J. is niet vastgesteld dat hij al langere tijd op de hoogte was van de plannen van de schutter, aldus de rechter, die wel sprak van 'een goed voorbereide, kille afrekening' gaat.
De aanleiding voor de liquidatie was mogelijk een hennepdeal, maar dat is niet helemaal duidelijk geworden.
B. en J. hebben twee weken de tijd om in beroep te gaan.

Archiefreportage 3 november 2015